Gordel

Vanaf 2008 gelden er strikte regels voor het reizen van personen in personenauto’s. Toch is het niet voor iedereen helder wat nu precies de geldende regels en voorschriften zijn op het gebied van de gordel in de auto. Daarom geven we in dit artikel een handig overzicht van de regels met betrekking tot gordels, en de daarop geldende uitzonderingen.

De hoofdregel met betrekking tot de gordel

Een passagier in een voertuig mag slechts op een goedgekeurde zitplaats worden vervoerd. Dit houdt in dat op zitplaatsen in de auto waar geen gordels zitten, niemand mag worden vervoerd. Dit kan tot kwesties leiden als u bijvoorbeeld met meer dan drie kinderen op de achterbank wilt reizen. Dit is dus niet toegestaan. Als het gaat om een moderne wagen, wordt veelal het aantal zitplaatsen op het kentekenbewijs weergegeven. Enkele belangrijke elementen zijn hierbij:

  • Elke persoon in een voertuig moet gebruik maken van een eigen gordel. Twee personen of kinderen met één gordel is dus niet toegestaan
  • Iedere reiziger in de wagen moet over een eigen zitplaats beschikken
  • In het voertuig mogen niet méér mensen worden vervoerd dan dat er gordels beschikbaar zijn
  • Het is niet toegestaan dat de gordel op een andere manier wordt gebruikt dan waarvoor deze is bedoeld
  • Als u vanwege een lichamelijke klacht een ontheffing wilt krijgen van de draagplicht, moet u naar het CBR toe gaan

Het vervoeren van kinderen

Als basisregel geldt dat kinderen kleiner dan 1,35 meter in een passend en goedgekeurd kinderzitje moeten zitten. Buiten Nederland geldt soms zelf een lengte van 1,50 meter. Goedgekeurde kinderzitjes beschikken over een label als R44/04 en ECE R44/03. Een passend kinderzitje houdt in dat het zitje geschikt is voor het gewicht en de lengte van het kind. Voor kinderen vanaf 1,35 meter en volwassenen geldt dat zij van een veiligheidsgordel gebruik moeten maken.

Uitzonderingen op de basisregel

Hoe werkt het echter als er geen gordels in de wagen beschikbaar zijn? In dat geval is het bouwjaar van uw voertuig van groot belang. Oudere auto’s beschikken immers veelal over te weinig of geen autogordels. In deze gevallen creëert de wet dan ook een uitzondering. Hier vindt u een overzicht van de verplichting van gordels naar bouwjaar:

  • Bouwjaar voor 1 januari 1971: autogordels zijn niet verplicht
  • Bouwjaar na 1 januari 1971: op de plaats van de bestuurder en alle zitplaatsen naast de bestuurder die zich aan een portier bevinden verplichte autogordels
  • Bouwjaar na 31 december 1989: op iedere naar voren gerichte zitplaats dient een autogordel beschikbaar te zijn. Dit geldt dus ook voor de achterbank. Beschikt de zitplaats niet over een gordel? In dat geval is het geen zitplaats.
  • Bouwjaar na 1 januari 1995: op iedere naar voren en naar achteren gerichte zitplaats dient een autogordel beschikbaar te zijn.

Pas er hierbij op dat kinderen met een leeftijd van drie jaar of jonger niet los vervoerd mogen worden. Voor elk van hen gebruikt u een kinderbeveiligingsmiddel. Ook geldt hierbij dat u niet meer dan één persoon per zitplaats mag vervoeren. Verder mogen kinderen met een leeftijd van twaalf jaar of jonger nooit zonder beveiligingsmiddel of gordel op de voorbank van het voertuig zitten.

Driepuntsgordel in de auto

Volvo lanceerde in 1959 de driepuntsgordel in auto’s. Sindsdien heeft deze gordelvorm de autobranche overgenomen en gebruikt vrijwel iedere autofabrikant de driepuntsautogordel. Wilt u meer weten over gordels in uw voertuig? Neem dan vrijblijvend contact op voor meer informatie.